1. Het belang van de bloedvaten (arterial rule)
Levend weefsel moet continu verzorgd worden, zodat zelfregulatie mogelijk blijft. Deze verzorging gebeurt door het bloed en de lymfe. Stilstaand water wordt troebel en is een bron van besmetting. Dit is ook zo in ons lichaam. Wordt de circulatie in ons lichaam belemmerd, dan wordt het weefsel ziek. De belemmering wordt gezocht in spanningen van spieren, fascia’s, ligamenten, blokkades van gewrichten, verminderde beweeglijkheid van organen, …
2. De structuur van een weefsel bepaalt de functie en omgekeerd
De structuur dirigeert de functie en de functie creëert de structuur. Een verandering van functie zal een aanpassing vragen van de structuur en andersom zal een verandering van de structuur uiteindelijk een verandering van het functioneren met zich meebrengen.
3. De zelfregulatiekrachten van het lichaam
Onze gezondheid is een vorm van dynamisch evenwicht. Ons lichaam bezit haar eigen genezende krachten en de eigenschap zichzelf te verdedigen. Er zijn duizenden situaties denkbaar waardoor ons lichaam uit evenwicht kan worden gebracht.
Onze zelfregulatiekrachten kunnen echter via talloze mechanismen, reflexen en chemische processen het organisme vanuit zijn ‘zieke’ toestand weer naar gezondheid brengen. Dit vermogen om, tot op zekere hoogte, zichzelf te genezen of zich soms heel ingenieus aan te passen aan iets wat de gezondheid aantast (trauma, ziekte,…) is uiteraard begrensd. Het stimuleren of laten herstellen van dit wonderlijke vermogen vormt het aangrijpingspunt voor osteopathie.
4. De mens als ondeelbare eenheid
het menselijk organisme vormt een ondeelbare eenheid en kan alleen als eenheid functioneren. In ons lichaam zorgen de fascia’s (dunne bindweefselvliezen) voor deze eenheid. Ze hebben contact met elkaar, gaan in elkaar over en vormen als het ware één grote lichaamsfascia. Deze fascia’s vormen in de osteopathie één van de verklaringen waarom een bewegingsverlies op een bepaalde plaats in ons lichaam tot symptomen kan leiden op een heel andere plaats.